vrijdag 25 december 2009

Goede politiereclame.

Gezien, gisteren op weg naar Amsterdam. Dit gevoel voor humor siert de hermandad. Bravo! Voor wie het niet lezen kan: Welkom in Zaanstad! Wij zijn er ook. De Politie


maandag 21 december 2009

Ik wil een E-krant!

Papier mooi allemaal, maar ik wil een krant die geen papieren vorm kent. Een krant die, omdat ie de techniek van vandaag omarmt wel succesvol is. Dat aanmodderen van die andere landelijk inkslurpers waarbij ze zich met de laatste adem vastklampen aan een paar bejaarde lezers. Klaar!
OK, een E-krant. Waar liggen de kansen? Bij Volkskrant en Trouw. Of misschien beter bij van Thillo, een persbelg die als een bekwaam chirurg gevoelloos kan snijden in dood vlees. Hup 120 man eruit alsof het niets is. Maar hij gaat niet ver genoeg. Hij poldert teveel. Om te beginnen moet hij die twee kranten voorgoed verlossen van hun heiloze internetavonturen. Die kosten veel geld, kannibaliseren op hun papieren vehikel en leveren helemaal niets op. Zelfs Bloggie bezitter NRC Next geeft grif toe dat er geld bij moet. En dat wordt niet beter, want wij betalen niet voor gratis. En de bannerblockers worden steeds beter. Stoppen dus. Stekker eruit.
Vervolgens moet hij een hele nieuwe krant oprichten met een eigen redactie, met alles er op en eraan. Maar zonder de molensteen van kilometers papier en bezorgers die natte kranten door de brievenbus moeten wringen. Een kwaliteitskrant die uitsluitend op een e-reader of (vooruit) op internet te lezen is. Een dynamische krant die geen moment van de dag hetzelfde is om dat nieuws zich niets aantrekt van een deadline. Met achtergrondverhalen, sport, kunst, cultuur en een losse lokale module die je er extra bij kun krijgen. En natuurlijk veel audience participation. Dus meeschrijven, in opdracht van de lezers schrijven, etc.
Adverteerders kunnen heel klassiek pagina’s kopen, achtergrondverhalen sponsoren (de verslaggeving van WK is mede mogelijk gemaakt door Nike), hele secties toevoegen (Nuon wil graag een energie bijlage. Die wordt dan gemaakt door de redactie.). En natuurlijk kun je iets wat je bevalt met een druk op de knop bestellen/downloaden. Maar de redactie commercie/scheiding is heilig. Hier geen concessies! Heb geen zin in advertenties? Dan kies je voor de duurdere no-ads versie. Dan is er nog de gratis light versie. Een verzameling ANP nieuws (Spits, Metro leegheid) plus een sectie naar keuze die wel dieper gaat (sport bijvoorbeeld) die je draadloos ontvangt als je naar je trein holt. Scheelt troep in de trein en bespaart iedere dag een bos. Hier natuurlijk wel gedwongen confrontatie (adjes die 2 seconden op je reader blijven staan voordat je verder kan) of overduidelijk sponsoring, maar redactie is onafhankelijk.
Is daar een business modelletje uit te persen. Geen idee, ik heb voor de versie met advertenties meteen € 200,- op jaarbasis over (gaat wel de NRC eruit). Zeker als ze als welkomstgeschenk een e-reader cadeau doen.

Ook als column op adformatie.nl gepubliceerd.

woensdag 9 december 2009

Nalden adviseert old school media!

Gisteren bij DWDD: Nalden, prototype van de netwerkgeneratie. Een leuke, droge vent die internet ademt en met zijn blog iedere maand een kleine 600.000 unieke bezoekers weet te trekken. Geen trendwatcher maar zoals hij zelf zegt een oplettende jongeman. Grote merken als Nike, Apple en Vodafone 'adverteren' op zijn blog. In de uitzending van DWDD (vanaf 6.57) merkt hij wat het effect is van massabereik, dat twittert hij live. Wat hij twittert? Een gouden kans voor STER. Meer over Nalden in VN 49 en de nieuwste Creatie.



maandag 7 december 2009

Terug naar af.

In alle opzichten was, nee is, 2009 een roerig jaar. Mijn bedrijf gedownsized, crisimanagement onder de knie gekregen, frisse start gemaakt en waarlijk blij met de nieuw in geslagen weg. En ondertussen krijgt mijn favoriete vak klap na klap. De ene ontslaggolf buitelt over de andere. Is er licht aan het einde van de tunnel? Natuurlijk. Roestige gewoontes worden losgetrilt en je hebt het gevoel weer te pionieren. Mooi is dat! Het stuk hieronder van Peter van Woensel Kooij vat dat goed samen.



Laat de brand activation motor draaien!

Waar zitten klanten op dit moment op te wachten. Wat geeft ze het gevoel, nee, de zekerheid dat ze hun geld goed besteden? Even bladeren door de Allerhande licht al een tipje van de sluier op: actie. Er dienen dozen geschoven te worden, van/voor heerst. Twee halen/een betalen. Of zoals het lekker slapjes in een oude Amerikaanse annual staat: Pay half now, and nothing later. Dat is een begrijpelijk reflex als omloopsnelheid hapert. Je ziet het ook terug in het reclamebureau. Voor snelle resultaatgerechte dingetjes is nog wel geld. En nog steeds is er blijdschap als er een website 'live' gaat, als iets concreets is gerealiseerd. Lastiger wordt het als het scheldwoord: 'lange termijn' van stal wordt gehaald. Dan slaat de migraine toe, wordt moeilijk gedaan over de begroting en komt de relatie onder druk te staan.

De laatste Adformatie was in deze context ook heel inzichtelijk. In het grote crisissartikel (goed verhaal trouwens) zijn het het ADHD-makers die staan te juichen terwijl de themabureaudirecteuren bedremmeld mompelen. Achtungs' Dick Bushman is blij met het feit dat ze websites bouwen en daar een rendement op draaien van 40%. Jump! plettert voor half geld alle folders van de HEMA in elkaar. Ernst Jan Smids (CEO Jump!) voegt daar subtiel aan toe: “We zijn maar een gewoon Pipo de Clown-bureautje. Maar neem van mij aan dat het grote geld bij de brochures zit en niet bij de thema campagne.” Dat wil ik geloven. Geef een klant een probleem (crisisje) en hij (of zij) trekt zich onmiddellijk terug in de kleine hersenen. Het domein der reflexen. En geef hem (of haar) eens ongelijk.

In barre tijden draait het altijd om immidiate gratification. Altijd! In plaats van de klant erop te wijzen dat hij of zij juist nú moet investeren in zijn merk (wat natuurlijk waar is) , is het veel handiger om onmiddellijk de brand activation motor te starten. Of om lekker online te gaan waar de klant teminste nog clicks krijgt voor zijn euro in plaats van een nauwelijks meetbaar verschil in de brandperceptie. Dom? Niet voor de business. De meeste klanten kruipen ook zonder die breedgeschouderde merkoperatie uit het dal en vieren binnen een paar jaar weer het-kan-niet-op-feestjes. Slim? Jazeker. Want door in tijden van crisis je dienstverlening te richten op immidiate gratification blijft de relatie leuk en kun je facturen blijven sturen. Alleen daarom al horen korte en lange termijn, thema en actie, off en online thuis in één bureau.

zondag 6 december 2009

Het is de schuld van Rouvoet.



De Nederlandse reclame, of beter: het creatieve gehalte daarvan, zit in het slop. Punt. Dat heeft nog het minste te maken met de tomeloze ambitie van Simon Neefjes (TBWA/Neboko) en de zijnen. Het heeft te maken met de oerhollandse drift het de klant naar de zin te maken. In Duitsland was het ooit ‘Alles fürs Auto’. Nou hier is het ALLES voor de klant. We noemen Roorda die in de laatste Adformatie nota bene de calvinistische handen uit de mouwen mentaliteit van stal haalt om het bureau te afficheren (met een gejatte heading). We noemen xxs dat de doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg attitude tot bureaumissie heeft gebombardeerd. Helemaal niks mis met zulke bureaus, maar of ze tot de creatieve voorhoede behoren... Er is veel gewoondoentaal te horen. Terug naar de gestampte pot. Broodje ham, broodje kaas, pak melk erbij. Dat schrijnende gebrek aan joi de vivre, dat nuchtere kleigekijk, dat voortploegen onder zware wolkenluchten, dat knielen op een bed violen... Heel goed allemaal om het wassende water buitendijks te houden, maar dodelijk voor creativiteit. Dát moet veranderen wil Nederland ook maar iets betekenen in wat voor een creatieve voorhoede dan ook.

dinsdag 1 december 2009

Amsterdam creative capital?

Amsterdam creative capital! Ik voel me al een stuk beter als ik door Amsterdam fiets. Ik ben ook een creatief, dus ik draag bij aan dit geweldige imago. Nu heb ik maar een beperkte scope - reclame - maar waarop is dit allemaal gebaseerd? En welke gewiekste marketinggoeroe meent dat ‘Amsterdam creative capital’ een houdbare stelling is? Het zal best zo zijn dat op het gebied van gamedevelopment Amsterdam een waar Mekka is. Maar ik begreep vorige week wel dat het hier vooral gaat om bedrijven die zich concentreren op de 55-plusmarkt en die groot geworden zijn met spelletjesportals - en het jatten van spelletjes.

Amsterdam creative capital, ik zuig mijn longen nog eens vol. Het klinkt in ieder geval geweldig. En je kon erop wachten dat een groot creatief festival hier in Amsterdam zijn prijzen gaat uitreiken. Eurobest hier in Amsterdam! Toch voelt het wat ongemakkelijk. Gaat dit wel over ons, over die brave ploeterende reclamebranche die in een ijlende crisis is gestort? En die, ondergetekende incluis, de grootste moeite heeft werk te maken, laat staan aardverschuivend creatief werk? DDB Neefjes roept wel eens wat over de fragmentatiebom die de Nederlandse reclame-industrie heeft versplinterd. Er is geen serieus te nemen basis meer, nog slechts een onoverzienbaar aantal creacellen en een handvol adaptietenten en recht-voor-z’n-raapbureaus. Parochiepreker Neefjes heeft gelijk. De schokkende halvering van Indie (voorheen SWH) staat niet op zichzelf. Het voelt alsof de creatieve ruggengraat weg is.

Amsterdam creative capital. Het begint een beetje zeer te doen. Voor bureaus als 180 en Wieden + Kennedy zal het best opgaan. Die kolossen van reclamekunst transformeren de megabudgetten van hun klanten in geweldig werk. Er werkt overigens maar een handjevol Amsterdammers, weet ik uit betrouwbare bron. En dan voornamelijk op de boekhouding en in de kantine. De creatieve gang wordt grotendeels bevolkt door expats, die tot diep in de nacht doorknallen en gezamenlijk sushi eten. Hier geen Amsterdammers. Waarom niet? Ze moeten er niets van weten, van die nine-to-five-mentaliteit, van dat gedoe met zorgverlof, dat geouwehoer met vaste contracten, dat grenzeloze gebrek aan drive. Dus dat hele creative capital leunt op de goedertierenheid van een paar ‘Amerikaanse’ bureaus, die de Anton Pieck-taferelen van de grachtengordel inspirerend vinden. Als 180 c.s. zou besluiten morgen naar Delfzijl te gaan, dan is Delfzijl creative capital. Erg opbeurend is het niet. Maar, ik kan het niet genoeg benadrukken, ik heb nu eenmaal een beperkte scope: reclame. Voor grafisch ontwerp, 3D-design, film, de vrije kunsten etc. zou Amsterdam creative capital best kunnen kloppen.

Dit bericht verscheen als column op adformatie.nl

maandag 23 november 2009

Succesvol discussiëren online.


Ruzie kan een doel zijn. Dan zijn die regels van Seth Godin ook handig. Maar als je de discussie zoekt en daarin verder wilt komen, dan moet je volgens Godin acht regels in de gaten houden. Het komt er in het kort op neer dat je geen ruzie moet maken, dat je nooit Hitler of Mohammed moet noemen, dat je geen foute analogieën moet gebruiken, dat nooit iemands motieven in twijfel moet trekken, dat nooit anoniem moet handelen , dat je nooit moet dreigen en dat je nooit in een discussie de extremen moet opzoeken.

Wat moet je volgens Godin dan wel doen om een discussie vruchtbaar te laten zijn? In zijn woorden: 'Earn a reputation. Have a conversation. Ask questions. Describe possible outcomes of a point of view. Make connection. Give the other person the benefit of the boubt. Align objectives then describe a better outcome. Show up. Smile.'

Je hoeft je er natuurlijk helemaal niet aan te houden. Maar verbaas je dan niet over het gebrek aan lezers, het ontbreken van reacties en aan het niveau van de discussie.

Wijze woorden van Godin denk ik. Iemand een andere mening toegedaan?

Dag banners!


Banners. Een labbekakkige oplossing om geld te verdienen aan content. Ze zitten in de weg, knetteren flitsend op je netvlies, kortom weg ermee. Nu zijn mensen handig in selectief kijken. Ze zien wat ze willen zien en de rest schermen ze mentaal af. Dus zien de meeste mensen het bannergeflikker niet meer. Tenzijn het brutaal over je artikel heen vliegt. KLIK! nokken! Probleem opgelost, zou je kunnen zeggen. Toch niet. Al die verdedigingsmechanismen vreten energie. Je neemt waar, blokt, je neemt waar, blokt etc. Vergelijk het met het deflectors shield van Starship Enterprise, bij ieder aanval krijg je Warp Core een opdonder. Al die kermis in je ooghoeken vermoeit. Zou het niet mooi zijn als we ervoor kunnen zorgen dat we helemaal geen banners meer zien. Dat kan. Heel gemakkelijk. Firefox heeft een heel handige add on die heet adblock plus. Met een dikke 1.400 vijf sterren en 800.000 downloads per week gaat de banner het heel moeilijk krijgen. En daarmee ook de lieftallige contentbakkers die ons van gratis nieuws voorzien. Wel doorgaan hoor jongens en meisjes. Even het businessmodel veranderen.

Mooi maar uitgestorven.


Ja, ik weet het, de vergelijking is al veel vaker gemaakt. Maar als je die dino's combineert met headings als 'Twee 2/1 pagina's in een raclamevakblad, of 'Een 1/1 pagina fc met een paar f/c IM's in een landelijk dagblad', dan heeft het toch iets leuks. Behalve dan dat het verdomde jammer is dat het echt zo is. Nou ja bijna dan.


Een 2/1 pagina met een plakkaart in de Groene Amsterdammer.

Twee 2/1 pagina's fc in Marketingtribune.

Een 1/1 pagina fc met een paar fc IM's in Trouw.

vrijdag 20 november 2009

Een bos kappen voor een lucifer.

De reclamebranche wordt steeds zieliger. Onbetamelijk pitchen gebeurt omdat het kan. Natuurlijk babbelen VEA, BVA en een heel cordon communicatieadviesbureaus een waslijst aan regeltjes bij elkaar. Maar feit is dat dat de geachte klant geen bal kan schelen en dat er ongeveer 300% te veel bureaus zijn. Ergo: het aanbod overtreft de vraag op een rampzalige manier en daar maken de geachte klanten gebruik van. Dat heet kapitalisme en daar zijn we allemaal stukken beter van geworden.

Nu zou je kunnen zeggen dat het amoreel is om gebruik te maken van de kwetsbare positie van een groep om daar je voordeel mee te kunnen doen. Zoals het ook niet wenselijk is dat een leraar wiskunde een seksuele relatie aanknoopt met een 16-jarige leerling die nooit hoger scoort dan een drie. Zoals het ook niet kan dat je als fabrikant van gympies hongerende massa’s een fooi geeft om die prachtige merkproducten tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen fabriceren. Maar ja, dan moet er over ethiek enzo nagedacht worden, en dat zie je niet terug onder de streep.

Is er dan nog hoop voor de pitchvermoeide reclamebureaus? Jazeker. Die hoop heet MVO. Duurzaamheid is sinds kort King. Overheid en consument vinden het steeds belangrijker dat er op een verstandige manier word omgegaan met de schaarse grondstoffen. En dan is er ook nog de opwarming van de aarde, die van ons allen een bescheidener CO2-uitstoot vraagt. Bedrijven reageren nog wat lauwtjes, maar tandenknarsend breiden ze de MVO-paragrafen uit. Ze moeten, anders kost het geld. Daar gloort licht. Twintig bureaus uitnodigen voor een visie op je merk en er gratis met de buit vandoor gaan mag dan kunnen, duurzaam is het allerminst. Denk aan al die nachtelijk uren (verwarming, stroom = CO2), al die ronkende servers, pc’s en printers (idem), die enorme stapel rapporten (bomen), die ritjes naar de klant (CO2, NO2, fijnstof). Klanten die zo handelen, kappen een bos voor een lucifer. Dat kan niet meer. Klanten die zo omgaan met resources, lopen deuken op in hun MVO-paragraaf en dat kost geld. Ziedaar, pitchende goegemeente. Daar hebben ze niet van terug.

Dit stukje tekst staat ook als column op Adformatie.nl

donderdag 5 november 2009

Hoe komen we toch aan al die spullen?

Even voor de duidelijkheid: ik hou van spullen. Mooie spullen, handige spullen, imago spullen. Ik ben er gek op. Ik heb er dan ook veel van. Toch knaagt er iets. Heeft niks met duurzaamheid te maken. Het is meer dat je door je eigen spullen het bos niet meer ziet. Dat je een shurgardhok gaat huren om de bende die je niet meer in je eigen huis kwijt kunt op te slaan. Dat je een dagtaak hebt aan het beheren van Mijn Marktplaats. Jee weer een pan, weer een stoel, weer een boek, weer een stapeltje tijdschriften en kijk, nog meer gereedschap, verfbussen, tuinhout, kinderspeelgoed en tv's. Fietsen, weegschaaltjes, boeddha beelden, geurkaarsen, designer kleding, luxaflex, Ipods, opladers, tijdloze meubels, tassen en koelkasten. Hoe komen we aan die troep. En waarom kopen we ons suf? Geen idee. Annie Leonard heeft wel een idee: haar 'The story of Stuff' is op zijn minst amusant en zet je aan het denken. Veel te rabiaat natuurlijk en beslist slecht voor de economie.

woensdag 4 november 2009

Print is dood?


Wie leest er nog een boek, wie bladert er nog door een tijdschrift, wie ziet er nog wel eens een krant? He-le-maal niemand! Nee, we zijn allemaal enorm aan het twitteren, filmpjes aan het kijken op ons mobieltje en aan het WII-en. Vergeet ik bijkans de nachtelijke uren die we besteden aan onze netwerk- en datingsites. Dus zet Reed Business de bijl in zijn blaadjes en ziet Wolters Kluwer mogelijkheden om nog meer te bezuinigen. Het galmt op de lege redactielokalen .... En als het slecht gaat met de blaadjes, dan hebben ook de advertenties het moeilijk. Print is dood klink het triomfantelijk uit verdachte hoek (online nerds met een internet- of in-game-advertisinghut, of - heel erg - oudere vakgenoten die een nieuw, digiverantwoord imago aanmeten door over hun eigen werk heen te zeiken). Zielig! Print is misschien geen mainstream meer. Het is de cult band die alleen kleine podia beklimt, terwijl de goegemeente Ahoy binnengolft voor Frans B. of Ali B. Maar print leeft. En daar is een goede reden voor: print kan iets wat geen film kan, wat geen opt-in-online-advertising-game-formulier vermag. Het kan in het platte vlak, stil en in enkele seconden een wereld oproepen, een boodschap overbrengen en je daarvoor belonen met een goed gevoel.

Een paar voorbeelden:








maandag 26 oktober 2009

Jee, wat is Adformatie dun.

Een tijd lang heb ik door omstandigheden Adformatie moeten missen. Dat kan overigens heel goed. Iets wat zorgwekkend is, maar dit terzijde. Toen ik een paar maanden geleden het blad weer mocht ontvangen overviel mij een restyling. Nu is het heel flauw om daar enorm mosterd na de maaltijdend kritisch over te doen. Ga ik toch doen. Maar niet nadat ik ieder initiatief (zeker in deze tijd) verwelkom met een warm onthaal.
'Jee wat is-ie dun' was mijn eerste reactie. Het was natuurlijk vakantie, maar toch. Nauwelijks advertenties (een reclamevakblad zonder adverteerders, proeft iemand de ironie?) en als je het op een bladeren/lezen zet, ben je er in 10,7 minuut doorheen. Het lijkt alsof de restyling de totale overbodigheid inluidt. Wees urgent, wees relevant, wees onmisbaar. Ook zonder uitroepteken bittere noodzaak voor ieder blaadje. Gratis is allang niet meer voldoende. Maar het was vakantie, dus ik hield mijn definitieve oordeel voor me.
Nu de campings in Zuid Frankrijk er verlaten bijliggen, Ibiza niet langer de thuisbasis is van communicatiecreatief Nederland en dus iedere donderdag weer het gevecht om de bureauAdfo losbarst, wordt het tijd om nog een keertje te bladeren.
Oeps. Nog steeds dun. Restyling is wel lekker helder trouwens. En herkenbaar. Maar maakt dat Adformatie relevant? Veel nieuws haal ik van adformatie.nl of molblog en vind ik geherkauwd terug op de redactionele pagina's. Echt diep, scherp of origineel is de duiding van de clutter niet. Het lijkt alsof Adfo richting de snelle digimening beweegt in plaats van ons te voorzien van goed geschreven diepgang. Interessant is bijvoorbeeld het verhaal van Rory Sutherland op ted.com: reclame voegt waarde toe aan een product door onze perceptie van dat product te veranderen. Hij legt uit hoe reclame door het toevoegen van waarde een bijdrage kan leveren aan duurzaamheid.
Toch ben ik blij als-ie op de mat valt. Adformatie. Dat vertrouwenwekkende geel. Die domme foldertjes die er telkens uitlazeren als je de shrinkwrap opentrekt. Die losse roddeltaal. Die op niets gebaseerde belangrijkheid. Het katapulteert me naar een tijd waarin alles nog duidelijk was, waarin je dagbladen, tijdschriften en TV had. Waar massamediale merkbouw werkte (althans voor de helft van het budget), waarin de onderbuikmening van de reclameman net zoveel werd gewaardeerd (letterlijk) als het vrijblijvende advies van een Zuidasadvocaat. Kortom, een tijd waarin klassieke reclame relevant was.
Maar de wedstrijd wordt allang op een ander veld gespeeld. Met andere regels bovendien. Restyling of niet. Daarom is Adformatie dun. En niet alleen tijdens de vakantie. Voorgoed?

Naar de drukker.


1998 is af. En dan heb ik het over het boekje dat al eerder aan bod kwam in deze blog. Ik ben er erg blij mee. Het is een mooi afscheid van bakker| linssen id en een nog mooier begin van R/L communicatieatelier. Want om iets nieuws te beginnen moet je wel afscheid nemen van het oude. Een rite de passage, omzien zonder wrok etc. etc. Nu moet het eerst nog gedrukt worden en de ervaring leert dat er nog een hoop mis kan gaan, maar met een slag om de arm zijn de 250 exemplaren over drie weken af.
Tijdens het ontwerpproces vond ik nog een mapje met beschadigde negatieven uit 1998. Een stuk of twintig laten het kantoor zien zoals het toen was. Ik heb ze afwisselend tussen de polaroids gezet, ze zorgen voor context en rust. En eentje siert de cover.

vrijdag 9 oktober 2009

Vrij Nederland viert de inhoud.


Het Feestje.

Vrij Nederland heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en staat nu fier voor de inhoud. ‘Lang leve de inhoud’ lezen we brutaal blij onder het met historisch besef getypografeerde logo dat bovendien nogal scheef staat (de vormgever roept wat over zich af ...). De regel is van reclamebureau Indie, die ook de eerste campagne uitingen heeft bedacht. Daarover straks meer.

De plussen.

In een tijd waarin plat, leeg, hol en vlak zegevieren (het gevolg van de stem des volks?), is inhoud een verademing.

De nieuwe indeling De Week (lekker snel op de hoogte), De Verhalen (de diepte in), De Republiek (cultuur in de breedte) en Het Leven (doolhoftips) is zo voor de hand liggend goed dat ik ‘m na een keer bladeren onthouden heb. Daarmee heeft VN op zijn minst een stramien gevonden dat past bij de doordenkende mens van nu.

De toon mist de zuurgraad van vroegere uitgaven waarin progressief nog wel eens werd verward met afzeiken, brommen en cynisme.

De inhoud. In NRC van 8 oktober argumenteerde Hans Beerenkamp dat de doorgewinterde mediaconsument alles al kende. Point taken. Maar inhoudminnend is niet hetzelfde als mediagekluisterd. Beerenkamp heeft het over zichzelf. Neemt niet weg dat VN de ambitie moet hebben om te verrassen, om opinieleidend te zijn.

Het scheve logo op de cover. Vooruit, het is niet mooi, maar mooi is, geheel naar de missie van het blad helemaal niet inhoudelijk, het verbloemt, verduistert, verdonkeremaant zelfs.

Het papier. Eindelijk weer een blad dat je kunt lezen met een wit overhemd aan. Niet onbelangrijk als je zoals ik een wit dekbedhoes hebt verloren na het lezen van HP/De Tijd. Bovendien miste Nederland een goed gedrukt grootformaat weekblad waarin adverteerders kunnen uitpakken. Nu maar hopen dat ze dat ook gaan doen.

Een uitgever en een hoofdredacteur die de euvele moed hebben te investeren tegen de keer verdienen een zoen. Als deze attitude het nieuwe VN toonzet, belooft dat veel goeds voor de volgende nummers.

Het vraagteken.

De campagne. Inhoud is goed. Lang leve de inhoud is ook leuk. Maar het poldert allemaal een beetje. De eerste uiting, een billboard met daarop drie geleerde heren in het pak van de Toppers met de heading Echte toppers (zonder ‘de’) deed mij de vraag stellen naar het waarom. “Inhoud moet weer leuk worden”, aldus het bureau. Gadverdamme. Dat is plat, leeg. Dat is opleuken, het is vertrutting. En voor wie moet inhoud leuk worden? Voor de ontleesde natiegenoot? Er is al zoveel leuks te beleven voor deze almaar opzwellende doelgroep. Bovendien: preken we wel voor de juiste parochie? Maar misschien heeft Indie gelijk. Misschien moet je om te overleven je niet afzetten, maar juist de relatie tussen leegte en inhoud onderzoeken. Misschien moet je wel heulen met datgene waarvan je je juist wilt distantiëren. Opeens schiet me te binnen dat de werkelijke roots van VN liggen in een tijd waarin heulen wel het laatste was wat je deed. Aan het begin van de inauguratieborrel werd daaraan nog gerefereerd: VN is een blad waarvoor mensen gestorven zijn. Kapotgeschoten door den Duitscher. Maar dat is zo lang geleden. Ik ben er nog niet helmaal uit. Waar ik wel uit ben is het proefabonnement van een half jaar, want de inhoud vieren is allemaal prima, het moet ook mogelijk genaakt worden.

maandag 5 oktober 2009

Portemonnee in de hoofdrol.


Deurwaarders communiceren doorgaans nogal droogjes. Boeder CS is als dienstverlener anders dan de meeste branchegenoten en dat rechtvaardigt een prettig brutale aanpak. We bedachten een campagne die letterlijk laat zien waar het bij incasso om draait: de portemonnee van de niet betalende debiteur. De site opent met een filmpje waarbij de camera inzoomt op de portemonnee van een van de niets vermoedende (uiteraard slecht betalende) voorbijgangers. Het eindbeeld van de filmpje met de pay off is de key visual in alle andere uitingen (brochure, ads, powerpoint, mappen, banners, stand etc). Dat is de geïntegreerde aanpak die werkt.

vrijdag 2 oktober 2009

De beurs in crisistijd.

Traditiegetrouw is oktober de woonmaand en die woonmaand wordt in Nederland ontkurkt door de Woonbeurs in de Amsterdamse RAI. Normaal is dat een feestje en ik wilde weten of de inzakkende AEX-index de interieurbranche kopschuw heeft gemaakt. En of de krimpende budgetten de creativiteit hebben aangewakkerd of juist voor kaalslag hebben gezorgd. Het viel mij allemaal niet tegen. Verschillende exposanten gingen slim om met de lege portemonnee.

Winnen met weinig geld.


Een heel goed voorbeeld is de stand van Loods 5, die niet voor niets de wisselbeker voor de mooiste stand in de prijzenkast mag zetten. Een prettige spullenuitdragerij bij elkaar gehouden door industriële materialen. Blikvanger is een transportband waaraan grote shoppers bungelen die je ook nog eens gratis kon meenemen. De stand past precies bij het merk, is speels, alles behalve pompeus en dus zo bijdetijds als wat.

Karton en spaanderplaat.





Grappig en functioneel (niet persé mooi) vond ik ook de kartonnen stand van fabrieknl.com. Een verzamelplaats van opgeknapt designantiek. Ook hier sluiten merk en stand naadloos op elkaar aan en bovendien is de bordkartonlook een mooie ironische verwijzing naar de crisis. Karton was nog net geen thema. Want de stand van uitgeverij Frame bestond helemaal uit gestapelde kartonnen dozen. Ook een verassende crisisaanpak, maar misschien iets minder geslaagd. 101 Woonideeën pakte het weer anders aan. Hier geen echte meubels (veel te duur) en gezellige verlichting (idem), maar alleen uit wit spaanderplaats gezaagde stripmeubels in een zwart wit getekend interieur. Leuk en origineel bovendien, maar gelukkig was er ook een shop met geinige spulletjes.

Pleinvrees?



Een andere zuinige keuze is het inspiratieplein. Niks mis mee, consumenten staan er voor in de rij. Die van Flexa en Luxaflex was werkelijk enorm, terwijl het lichtadviesplein met adviseurs van Oak-licht eerder intiem was. Het zijn geen stands die meedingen naar de prijzen, maar het zijn prettige hubs waar je in een korte tijd veel consumentencontact hebt. Precies: concrete resultaten.

Hoofdafwendende luxe.







Natuurlijk was er ook veel hoofdafwendende luxe. Maar minder dan andere jaren. EH&I had een naar binnen gekeerd huis gemaakt. Een warme, veilige plek die de boze buitenwereld buitensluit. Kleine ingangen, overal filterende schutters, donkere kleuren, weinig licht en dikke tapijten. Een fluwelen handschoen waarmee de koele realiteit van alledag wordt getemperd. En daarmee vallen merk en stand keurig samen. VT Wonen deed het zuiniger aan. De voorzijde heeft een sterke, stevige vorm, de achterzijde vertedert met die rookpluimpjes en die fiets. Binnen heeft wit toegeslagen. Het is een beetje een troeperige reïncarnatie van des Bouvries' eerste witaanval. Ik kan het mis hebben, maar blad en merk lijken een beetje zoekend. Het cocoon antwoord van EH&I sluit in ieder geval beter aan bij de tijdgeest. En dan waren er nog een door Piet Boon ontworpen übersloep en een stand met een prijzig ogende conceptcar van Volvo. Dat had uitleg nodig, vonden ze bij Volvo.

Geen id.



Weinig stands met een idee dit jaar (nee, kleur is geen idee, evenals licht en ook boompjes zijn geen idee). Ik kwam er eentje tegen die wel aardig was. Van zolder tot loft, twee klokgevels waarvan er een, een heel herkenbare rommelzolder herbergde, en de ander een opgeknapt paleisje. Twee dingen van een totaal andere orde. Wie is de afzender van de stand, en waar moet je met de troep heen als je de rommelzolder hebt opgefrist? Geen idee. Maar de stand is leuk. Geen duurzaamheid bovendien. Wel een paar pogingen waarvan er eentje mij is bijgebleven. Die van fair trade design, niets bijzonders als stand, maar wel prettig echt. Wonderlijk dat er relatief weinig aandacht was voor planeetbesparende oplossingen.

Niks als alles.



Ja, en dan het grote meer met minder doen. Klare lijnen, een heldere lay out, voldoende ademruimte rondom, en heel prominent en visueel sterk de merknaam soeverein zwevend boven de magnifiek uitgelichte objecten. De stand van Gelderland. Wat mij betreft de mooiste in zijn niksheid, de ultieme crisisstand, ontworpen door Scholten & Baijings. Geen wisselbeker helaas, maar wel genomineerd.

zaterdag 26 september 2009

Inhaker.


Je komt ze nog overal tegen in Frankrijk, die Dubonnet muurschilderingen. Mooi staaltje reclamegeschiedenis. Maar wat nu als je net onder zo'n beschermd stadsgezicht een naaiatelier hebt? Overigens dit is in Aups in de Provence.

donderdag 24 september 2009

'1998'. Was vroeger alles beter?

Al in een behoorlijk vergevorderd stadium (we wachten nog op een dragelijke offerte van de drukker) is dit boekje met polaroids van klanten, relaties en vrienden die in 1998 langskwamen op onze studio aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam. Vaak schreven ze er een datum op, altijd een kort tekstje. De polaroids vond ik ergens in een doos bij het opruimen van een opslagplaats van een vorig bedrijf. De vrolijkheid en ongecompliceerdheid trof mij onmiddellijk. Een keihard bewijs dat het vroeger beter was. Of toch niet?Hieronder een paar ontwerpschetsen. Geïnteresseerden kunnen het boekje, dat in een beperkte genummerde oplage wordt gedrukt, bestellen voor het luttele bedrag van € 17,95 inclusief postzegels. Stuur een mailtje aan info@rlcom.nl met naam en adresgegevens. Zodra het boekje gedrukt is sturen we een bericht.

'1998'
formaat 22 x 14
72 pagina's
genummerde oplage 150





WZGD. Jeff Jarvis' Google hagiografie.


Ongetwijfeld ligt-ie ergens op een stapel. Ongelezen. WZGD is zo'n boek wat 'je gelezen moet hebben', maar waar je druk, druk, druk niet aan toekomt. Toch doen. Vooral het eerste theoretische gedeelte is de moeite waard omdat Jarvis heel duidelijk maakt wat de invloed van Google is op het economisch verkeer. Niks nieuws misschien, maar in deze vorm wel heel toegankelijk bij elkaar getypt. Bovenstaande stukje is geschreven voor het huisblad van Managementboek.nl. Die weer heel slim een mailtje stuurden aan mensen die dat boek via hun site hadden besteld met de vraag om een reactie te geven. Mooi staaltje van lezer-blad-site-binding en gratis contentcreatie.

Nieuwbouwdag. WYSIWYG.

Voor Neprom en niki.nl bedachten we een naam, een logo en een campagne voor een dag waarin de nieuwbouwwoning alle aandacht krijgt. Recht toe recht aan. De naam van de dag: Nieuwbouwdag. Het logo focust op Nieuw! Met alle prettige associaties van dien. En de uitingen zijn van een splijtende eenvoud. Om de campagne meer body te geven, gebruiken projectontwikkelaars die meedoen de Nieuw-ster samen met strookadvertentie in al hun advertenties. Het eerste jaar gaat meteen al met meer dan 250 projecten van start.