vrijdag 8 januari 2010

nrc campagne is een misser.

Laat ik vooropstellen dat ik het werk van Thonik doorgaans bewonder, niet zo-zo vind, neen: BEWONDER. Maar wat ze voor nrc (nota bene mijn krant) bij elkaar hebben geveegd is beneden alle peil. Ik zag al een paar 1/1 pagina's voorbijkomen en dacht aan een zouteloze Citroën-actie (Chevrons), maar nee, het is écht nrc. Na het lezen van de exegese van Widdershoven en Gonnissen in nrc van 4 januari, brandde de woede in me los. In al mijn onmacht heb ik de achterpagina opgegeten. Kinderachtig natuurlijk, want daarmee bezweer je het kwaad niet.

Waar te beginnen? Het hele idee is geen idee. Ik moet direct denken aan een spetterende campagnepresentatie van een Frans reclamebureau. Nadat het dreunende geweld uit de subwoofers was verstomd bleef de zaal stupéfait achter. Op de vraag uit de zaal wat nou precies het idee achter de campagne was, antwoordde de Franse art director triomfantelijk: 'ZEE IDIE IZZ BLUE!' Waarop wederom een oorverdovende stilte viel. De lezer begrijpt dat deze campagne het niet gehaald heeft.

Een halve Guillemet is geen idee, het is zelfs geen Guillemet, want die wordt altijd in paren gebruikt. Op z'n best is het vormgeving, 'BLUE!'. Blijkens de warrige uitleg (lees dat stuk!) zijn Gonnissen en Widdershoven het daar he-le-maal mee eens: "Als je nrc leest, heb je een voorsprong. Ik lees die krant, dus weet ik waar ik het over heb. En dat idee van voorsprong zit ook in dat teken." De naverterende pagina begint op te spelen.

Dan de pay off, het thema: ik denk nrc>. Daar is naar mijn gevoel iets heel verkeerds mee aan de hand. Ja, ik denk, maar dat zeg ik niet hardop. Dat is opschepperig, elitair en ongenuanceerd. Dat ik denk moet niet op papier staan, het moet in mijn hoofd ontstaan als een prettige bevestiging. NRC lezers denken, vanzelfsprekend, maar pochen daar niet over. Maar zo moet ik er natuurlijk niet tegenaan kijken. Het is meer een aftekening, het antwoord op een intelligente vraag. Zo van: Wie heeft de vuilniszakken buiten gezet? Ik denk nrc> Beetje in de trant van Volkswagen. Wie anders?

Tja, en dan de campagne. Word ik op andere gedachte gebracht of uitgedaagd? Openbaart zich een inzicht? Knettert het in mijn hoofd? Dit zijn allemaal magnifieke open deuren. Spectaculair mooi uitziende open deuren. Vernis, daar waar inhoud op zijn plaats is. Wie heeft deze campagne in godsnaam goedgekeurd? ik denk een commissie>.

Klik hier voor de campagne en een discussie. Meer discussie op nrcnext.nl en op geenstijl.nl, de tegenstelling is onverwacht inzichtelijk. 

We zijn een bend over business geworden.

Het vak worstelt met zichzelf. VEA voorzitter Ralph Wisbrun roept schuldbewust in Adformatie dat we misschien maar eens wat minder reclame moesten maken, de consument is ons zat. De BVA lucht het bezwaard gemoed met een richtingloze roep om groene reclame. Oudgediende die het weten kan Frank Pels meldt in Adformatie terloops dat zelfverrijking misschien wel het oerprincipe van de reclamebranche is, uh, was. Diezelfde Pels suggereert dat het vak best wat zelfverzekerder mag adviseren, desnoods ten koste van de relatie. Helemaal waar natuurlijk. Hoe serieus wordt je advies genomen als je bij de eerste de beste tegenwerping capituleert? Wat heb je immers aan een bureau dat buigt bij ieder natte wind?

D’r is evenwel één dingetje waar ik niemand over hoor.

'Vroegah' wilde een reclamemaker nog wel eens schone sier maken met zijn (of haar) weigering adjes te bedenken voor een bontfokker of een sigarettenmerk. Daar zijn we niet meer van. De grootste troep prijzen we blijmoedig aan: malafide hypotheken, beroerde internetdiensten, halfaffe producten, dubieuze beursgangen, bedriegende verzekeringsmaatschappijen. Slimme consumenten vermoeden inmiddels achter die in tegenlicht geschoten mooifilmerij van een bank, verzekeraar of triple play aanbieder, een Kwalitatief Uitermate Teleurstellend product. Misschien zouden reclamemakers wat vaker neen moeten zeggen als de P van product niet deugt. Begrijp me goed, als je in de reclame zit moet je geen moraalridder willen zijn, maar voordurend aan de leiband lopen van bedrijven die, aangevuurd door bonussen, at any price aandeelhouderswaarde willen creëren, is een ander uiterste. Laten we afspreken dat we geen geinige vernislaagjes meer bedenken voor wankele troep, dat we geen dure filmer meer invliegen om de grootst mogelijke scam in breedbeeld te slijten, laten we af en toe de rug rechten en neen zeggen. Zou dat ons vak geen goed doen?

Volg de discussie op adformatie.nl

zaterdag 2 januari 2010

2010 moet anders, alleen hoe?

Voor de communicatiebranche was 2009, hoe zal ik het zeggen, een jaar om met gemengde gevoelens aan terug te denken. 2010 moet anders. Hoe? Daar wil ik met jullie over discussiëren aan de hand van een paar korte statements. Niet hier maar op enter 2010. De toon is positief kritisch, want als we één ding uit 2009 in 2010 moeten laten dan is het wel dat zeikerige, narrige gekanker.