maandag 23 november 2009

Succesvol discussiëren online.


Ruzie kan een doel zijn. Dan zijn die regels van Seth Godin ook handig. Maar als je de discussie zoekt en daarin verder wilt komen, dan moet je volgens Godin acht regels in de gaten houden. Het komt er in het kort op neer dat je geen ruzie moet maken, dat je nooit Hitler of Mohammed moet noemen, dat je geen foute analogieën moet gebruiken, dat nooit iemands motieven in twijfel moet trekken, dat nooit anoniem moet handelen , dat je nooit moet dreigen en dat je nooit in een discussie de extremen moet opzoeken.

Wat moet je volgens Godin dan wel doen om een discussie vruchtbaar te laten zijn? In zijn woorden: 'Earn a reputation. Have a conversation. Ask questions. Describe possible outcomes of a point of view. Make connection. Give the other person the benefit of the boubt. Align objectives then describe a better outcome. Show up. Smile.'

Je hoeft je er natuurlijk helemaal niet aan te houden. Maar verbaas je dan niet over het gebrek aan lezers, het ontbreken van reacties en aan het niveau van de discussie.

Wijze woorden van Godin denk ik. Iemand een andere mening toegedaan?

Dag banners!


Banners. Een labbekakkige oplossing om geld te verdienen aan content. Ze zitten in de weg, knetteren flitsend op je netvlies, kortom weg ermee. Nu zijn mensen handig in selectief kijken. Ze zien wat ze willen zien en de rest schermen ze mentaal af. Dus zien de meeste mensen het bannergeflikker niet meer. Tenzijn het brutaal over je artikel heen vliegt. KLIK! nokken! Probleem opgelost, zou je kunnen zeggen. Toch niet. Al die verdedigingsmechanismen vreten energie. Je neemt waar, blokt, je neemt waar, blokt etc. Vergelijk het met het deflectors shield van Starship Enterprise, bij ieder aanval krijg je Warp Core een opdonder. Al die kermis in je ooghoeken vermoeit. Zou het niet mooi zijn als we ervoor kunnen zorgen dat we helemaal geen banners meer zien. Dat kan. Heel gemakkelijk. Firefox heeft een heel handige add on die heet adblock plus. Met een dikke 1.400 vijf sterren en 800.000 downloads per week gaat de banner het heel moeilijk krijgen. En daarmee ook de lieftallige contentbakkers die ons van gratis nieuws voorzien. Wel doorgaan hoor jongens en meisjes. Even het businessmodel veranderen.

Mooi maar uitgestorven.


Ja, ik weet het, de vergelijking is al veel vaker gemaakt. Maar als je die dino's combineert met headings als 'Twee 2/1 pagina's in een raclamevakblad, of 'Een 1/1 pagina fc met een paar f/c IM's in een landelijk dagblad', dan heeft het toch iets leuks. Behalve dan dat het verdomde jammer is dat het echt zo is. Nou ja bijna dan.


Een 2/1 pagina met een plakkaart in de Groene Amsterdammer.

Twee 2/1 pagina's fc in Marketingtribune.

Een 1/1 pagina fc met een paar fc IM's in Trouw.

vrijdag 20 november 2009

Een bos kappen voor een lucifer.

De reclamebranche wordt steeds zieliger. Onbetamelijk pitchen gebeurt omdat het kan. Natuurlijk babbelen VEA, BVA en een heel cordon communicatieadviesbureaus een waslijst aan regeltjes bij elkaar. Maar feit is dat dat de geachte klant geen bal kan schelen en dat er ongeveer 300% te veel bureaus zijn. Ergo: het aanbod overtreft de vraag op een rampzalige manier en daar maken de geachte klanten gebruik van. Dat heet kapitalisme en daar zijn we allemaal stukken beter van geworden.

Nu zou je kunnen zeggen dat het amoreel is om gebruik te maken van de kwetsbare positie van een groep om daar je voordeel mee te kunnen doen. Zoals het ook niet wenselijk is dat een leraar wiskunde een seksuele relatie aanknoopt met een 16-jarige leerling die nooit hoger scoort dan een drie. Zoals het ook niet kan dat je als fabrikant van gympies hongerende massa’s een fooi geeft om die prachtige merkproducten tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen fabriceren. Maar ja, dan moet er over ethiek enzo nagedacht worden, en dat zie je niet terug onder de streep.

Is er dan nog hoop voor de pitchvermoeide reclamebureaus? Jazeker. Die hoop heet MVO. Duurzaamheid is sinds kort King. Overheid en consument vinden het steeds belangrijker dat er op een verstandige manier word omgegaan met de schaarse grondstoffen. En dan is er ook nog de opwarming van de aarde, die van ons allen een bescheidener CO2-uitstoot vraagt. Bedrijven reageren nog wat lauwtjes, maar tandenknarsend breiden ze de MVO-paragrafen uit. Ze moeten, anders kost het geld. Daar gloort licht. Twintig bureaus uitnodigen voor een visie op je merk en er gratis met de buit vandoor gaan mag dan kunnen, duurzaam is het allerminst. Denk aan al die nachtelijk uren (verwarming, stroom = CO2), al die ronkende servers, pc’s en printers (idem), die enorme stapel rapporten (bomen), die ritjes naar de klant (CO2, NO2, fijnstof). Klanten die zo handelen, kappen een bos voor een lucifer. Dat kan niet meer. Klanten die zo omgaan met resources, lopen deuken op in hun MVO-paragraaf en dat kost geld. Ziedaar, pitchende goegemeente. Daar hebben ze niet van terug.

Dit stukje tekst staat ook als column op Adformatie.nl

donderdag 5 november 2009

Hoe komen we toch aan al die spullen?

Even voor de duidelijkheid: ik hou van spullen. Mooie spullen, handige spullen, imago spullen. Ik ben er gek op. Ik heb er dan ook veel van. Toch knaagt er iets. Heeft niks met duurzaamheid te maken. Het is meer dat je door je eigen spullen het bos niet meer ziet. Dat je een shurgardhok gaat huren om de bende die je niet meer in je eigen huis kwijt kunt op te slaan. Dat je een dagtaak hebt aan het beheren van Mijn Marktplaats. Jee weer een pan, weer een stoel, weer een boek, weer een stapeltje tijdschriften en kijk, nog meer gereedschap, verfbussen, tuinhout, kinderspeelgoed en tv's. Fietsen, weegschaaltjes, boeddha beelden, geurkaarsen, designer kleding, luxaflex, Ipods, opladers, tijdloze meubels, tassen en koelkasten. Hoe komen we aan die troep. En waarom kopen we ons suf? Geen idee. Annie Leonard heeft wel een idee: haar 'The story of Stuff' is op zijn minst amusant en zet je aan het denken. Veel te rabiaat natuurlijk en beslist slecht voor de economie.

woensdag 4 november 2009

Print is dood?


Wie leest er nog een boek, wie bladert er nog door een tijdschrift, wie ziet er nog wel eens een krant? He-le-maal niemand! Nee, we zijn allemaal enorm aan het twitteren, filmpjes aan het kijken op ons mobieltje en aan het WII-en. Vergeet ik bijkans de nachtelijke uren die we besteden aan onze netwerk- en datingsites. Dus zet Reed Business de bijl in zijn blaadjes en ziet Wolters Kluwer mogelijkheden om nog meer te bezuinigen. Het galmt op de lege redactielokalen .... En als het slecht gaat met de blaadjes, dan hebben ook de advertenties het moeilijk. Print is dood klink het triomfantelijk uit verdachte hoek (online nerds met een internet- of in-game-advertisinghut, of - heel erg - oudere vakgenoten die een nieuw, digiverantwoord imago aanmeten door over hun eigen werk heen te zeiken). Zielig! Print is misschien geen mainstream meer. Het is de cult band die alleen kleine podia beklimt, terwijl de goegemeente Ahoy binnengolft voor Frans B. of Ali B. Maar print leeft. En daar is een goede reden voor: print kan iets wat geen film kan, wat geen opt-in-online-advertising-game-formulier vermag. Het kan in het platte vlak, stil en in enkele seconden een wereld oproepen, een boodschap overbrengen en je daarvoor belonen met een goed gevoel.

Een paar voorbeelden: